Recensie: De man & het hout

De man & het hout’, Lars Mytting, vertaald door Angélique de Kroon, Atlas Contact, Amsterdam, 2015.

Terwijl ik dit schrijf is het april en behoorlijk koud en guur, we hebben zelfs nog wat hagelbuien gehad. Weer waarbij een haardvuur lekker klinkt en dus bij uitstek geschikt om over hout en vuur te lezen. De Noren (zowel mannen als vrouwen, de titel ten spijt) houden van hout, dat blijkt wel uit De man & het hout.

Lars Mytting begint met een geschiedenisles. In het Zweeds en Noors is brandhout ved, dat vertoont sterke gelijkenis met het Oud-noordse viðr wat bos betekent. Hout is in het vreselijk koude Scandinavië van levensbelang, voor warmte en voedselvoorziening. Volgens Mytting beschikken Noren over een ‘houtstookgen’ en zit het hakken, drogen en branden van hout in hun genen. Het houtverbruik in Noorwegen is gigantisch: jaarlijks 300 kilo per hoofd van de bevolking. Bij wet zijn Noren verplicht om naast elektriciteit ook een andere bron van warmte in huis te hebben, om in geval van calamiteiten niet te bevriezen. Voor dit doel zijn houtkachels populair. Bij juist branden is een houtkachel ook nog een schone brandstof: bij het verbranden van een boom in een kachel is de CO2 uitstoot hetzelfde als wanneer de boom was doodgegaan en weggerot.

In de 10 hoofdstukken die volgen, behandelt Mytting steeds een ander aspect rondom houthakken: van het bos en het gereedschap werkt hij toe naar de stapel, het drogen en het vuur. Achterin het boek staan feiten en bronnen vermeld. Een compleet naslagwerk dus, hoewel Mytting de lezer erop wijst dat echt houthakken/ houtzagen ontzettend zwaar werk is, waarbij een bosarbeider met kettingzaag gemakkelijk 6000 kcal per dag verbrandt. En dit alles is uitdrukkelijk ook niet iets is wat je uit een boek leert. Wat Mytting ons wel kan leren is welke houtsoorten geschikt zijn om te branden en hoe je deze houtsoorten herkent.

Tussendoor vinden we verhalen van en over houtliefhebbers, bijvoorbeeld over het dorpje Elgå, populatie: 50. Mytting spreekt Ole Haugen (1926) die zijn huisje volledig verwarmt met hout dat hij zelf stapelt. Vanwege zijn gezondheid heeft zijn dokter hem verboden om zelf nog hout te hakken. Haugen heeft nu een hydraulische splitter gekocht. Haugen vertelt dat hij als het ‘echt koud’ is de keuken elektrisch verwarmt. Volgens Ole is het echter niet zó koud in Elgå: ‘Normaal gesproken niet ver onder de twintig graden. Af en toe minus dertig.’

Het boek leest vlot weg en is zowel een naslagwerk als een boek met interessante verhalen, voor mannen én vrouwen. Een knappe prestatie!‘

One response to “Recensie: De man & het hout”

Leave a comment